Heeft u moeite om te bepalen of iets blauw of geel is, of rood of groen? Laten andere mensen u soms weten dat de kleur die u denkt te zien verkeerd is?
Zo ja, dan zijn dit primaire tekenen van wat men een tekort aan kleurenzicht noemt, ook wel kleurenblindheid genoemd.
Kleurenblindheid is helemaal geen vorm van blindheid, maar eerder een defect in de manier waarop u kleuren ziet.
Als u kleurenblind bent, hebt u moeite om bepaalde kleuren te onderscheiden, zoals blauw van geel of rood van groen.
Het is een erfelijke aandoening die vaker bij mannen voorkomt dan bij vrouwen. Naar schatting 8 procent van de mannen en minder dan 1 procent van de vrouwen heeft problemen met kleurenonderscheiding (1).
- Rood-groen kleurenblindheid is de meest voorkomende vorm van kleurenblindheid
- Veel zeldzamer is het dat iemand een eigenschap erft die het vermogen om blauwe en gele tinten te zien vermindert. Deze blauw-gele kleurenblindheid treft mannen en vrouwen in gelijke mate.
Kleurenblindheid komt vaker voor dan u denkt! 1 op de 12 mannen is kleurenblind, terwijl slechts 1 op de 200 vrouwen de aandoening heeft. Dit betekent dat 95% van de kleurenblinden mannen zijn. 98% van de kleurenblinden heeft rood-groen kleurenblindheid.
WAT VEROORZAAKT KLEURENBLINDHEID?
Kleurenblindheid ontstaat door een probleem met de pigmenten in het oog. Er zijn twee soorten netvliescellen, helemaal achteraan in de oogbol, die op licht reageren: kegeltjes en staafjes. De kegeltjes bevatten pigmenten die reageren op verschillende golflengten van licht. Wanneer alle kegeltjes de juiste pigmenten hebben, is het gezichtsvermogen in orde, maar als zelfs maar één pigment defect is, kan iemand bepaalde kleuren niet goed zien.
Moet ik naar een oogarts?
Als u denkt dat u aan kleurenblindheid lijdt, vraag dan advies aan een oogspecialist om te bespreken of een bril tegen kleurenblindheid een goede optie voor u is. Als u problemen krijgt met kleuren zien terwijl u tot nu toe alle kleuren hebt kunnen zien, dan moet u zeker naar een oogarts.
(2) Wong, Bang. “Color blindness.” Nature Methods, vol. 8, no. 6, 2011, p. 441. Accessed 6 Aug. 2020.